
Koelen door verhogen groenaandeel
-
Water: 2
-
Hitte: 2
-
Biodiversiteit: 2
-
Luchtkwaliteit: 1
-
Kosten: 2
-
Onderhoud/beheer: 2
Deze pagina opslaan als PDF?
Het beste middel om steden koel te houden is door zoveel mogelijk oppervlakken groen te houden of te maken. Bomen geven schaduw en koelen zo de omgeving. Groene gevels zorgen ervoor dat de gevel erachter niet opwarmt. Daarnaast verdampt elk soort groen water waardoor het als een koelmachine werkt. Een hoger aandeel groen in de stad houdt de stad koeler, draagt bij aan een aantrekkelijkere en gezondere stad en verhoogt de kansen op meer biodiversiteit.
Het doel is de stad tijdens hete periodes zo comfortabel mogelijk te houden. Dat kan door de gemiddelde luchttemperatuur in de stad zo laag mogelijk te houden en dit kan het beste door het groenaandeel zo hoog mogelijk te maken:
- groen reflecteert gemiddeld meer zonnestraling dan verharding;
- groen voorkomt door schaduwvorming dat oppervlakken eronder opwarmen en warmte in de bodem (of gevel) wordt opgeslagen; en
- groen onttrekt door verdamping warmte aan de directe omgeving.
Over het algemeen leidt 10 procentpunt meer groen (dus bijvoorbeeld 40% groen in plaats van 30% groen) tot een verlaging van de luchttemperatuur met grofweg 0,5°C. Dat is op een hete dag natuurlijk niet veel (het verschil tussen 34,5 en 35°C), maar gemiddeld zal het overdag en ’s nachts dan toch iets koeler zijn. Kluck et al, 2020
Bij extreme hitte is dit niet voldoende. De andere mogelijkheid de stad leefbaar te houden is door voldoende koele plekken te creëren. In de schaduw van een boom is de gevoelstemperatuur 3 tot 19 °C lager dan in de zon. Schaduw creëren is dan ook de meest effectieve manier om de gevoelstemperatuur omlaag te brengen. Om koele plekken te realiseren en verkoeling te bieden aan de stadsbewoner op hete dagen zijn bomen en boomgroepen het meest effectieve middel omdat ze schaduw bieden en de lucht koelen door verdamping. Kluck et al, 2020
Verdamping
Verdamping is zo effectief omdat er energie en dus warmte voor nodig is. Hittemaatregelen waarbij verdamping een rol speelt zijn waterelementen zoals vijvers, sloten of fonteinen en groenelementen zoals parken, bomen, gazons of groene daken. Verdamping is de effectiefste maatregel om de luchttemperatuur te verlagen. Verkoeling door verdamping is overdag het sterkst, omdat ook planten dan verdampen. Doordat hierdoor tegelijk minder warmte wordt opgeslagen, zet het effect ook ’s nachts door. Toename van verdamping verlaagt de luchttemperatuur en de gevoelstemperatuur in gelijke mate; bij gevoelstemperatuur speelt schaduw echter een veel grotere rol dan verdamping en dus heeft relatief gezien verdamping maar weinig invloed op de gevoelstemperatuur. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat groenelementen genoeg water hebben om te kunnen verdampen. Als vegetatie uitdroogt of als het te heet wordt, stopt de verdamping en kan dat zelfs leiden tot een lichte verhoging van de luchttemperatuur.
Zoals groene gevels de buitenmuur kunnen koelen, kan gras de oppervlaktetemperatuur verminderen. Vergeleken met betonnen bestrating kan de oppervlaktetemperatuur van gras 24°C lager zijn. Gras verlaagt ook de gevoelstemperatuur, met tot 3°C. Maar naarmate een gazonoppervlak kleiner is, koelt het minder efficiënt: een één meter brede strook verlaagt de luchttemperatuur lokaal met slechts 0,6°C. Kluck et al, 2020
Toename van verdamping door het aanleggen van zoveel mogelijk groene en blauwe oppervlakken is op stadsschaal de effectiefste manier om de luchttemperatuur naar beneden te krijgen. Hoe meer vegetatie en water er is, des te meer energie er van het invallende zonlicht wordt gebruikt voor verdamping en des te minder energie er overblijft om de stad en de lucht op te warmen.
Om meer groen te kunnen realiseren is een duidelijke ambitie onontbeerlijk. Groen krijgt zo een prominentere plek in de inrichting, vergelijkbaar met de ruimteeisen voor verkeer en parkeren of voor kabels en leidingen.
Additionele voordelen van het verhogen van het aandeel groen
Een hoger aandeel groen oppervlak draagt bij aan het beperken van droogte, bodemdaling en verzilting door het vergroten van het infiltrerend oppervlak waardoor het grondwater wordt aangevuld.
Een groter groenaandeel in de stad verhoogt de kansen op meer stedelijke biodiversiteit. Uiteraard is de mate van de biodiversiteit afhankelijk van de inrichting van het groen.
Door het verlagen van de stedelijke temperatuur door een hoger groenaandeel kan de koelingsbehoefte bijvoorbeeld door airco’s op zomerse dagen enigszins beperkt worden.
Stedelijk groen is van essentieel belang voor het welzijn van de stadsbewoner. Kinderen en volwassenen spelen en bewegen in het groen. Groen is belangrijk voor ontspanning en ontmoeting. Onderzoek toont aan dat mensen in groene wijken gezonder zijn. Meer groen draagt helaas niet wezenlijk bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Dit moet aan de bron aangepakt worden.
Onderzoek toont ten slotte aan dat bebouwing in groene wijken een hogere vastgoedwaarde heeft.
Bron: Kluck et al, 2020